Vogelgriep slaat hard toe in heel Europa. Bij veel vogels van pluimveehouders is de ziekte al vastgesteld. Dit betekent dat er veel dieren worden geruimd. Ook veel wilde vogels worden door de vogelgriep gedood. In de Hoeksche Waard hebben inwoners ze waarschijnlijk al zien liggen omdat er nu een zeer besmettelijke variant heerst bij wilde vogels. Er raken maar weinig mensen besmet met vogelgriep. Toch waarschuwen virologen dat deze in de toekomst misschien zo kan muteren dat het van dier op mens overgaat, met alle gevolgen van dien.

“Vogelgriep is een tikkende tijdbom voor mensen, virologen zijn namelijk bang dat deze zoönotisch wordt – oftewel van dier op mens overgaat,” zegt burgerraadslid Kjell Noordzij. Hij stelde dinsdagavond vragen aan het college naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen rondom de vogelgriep en contact met organisaties die in de buitengebieden werken. De fractie van GroenLinks vroeg onder andere naar de laatste stand van zaken van vogelgriep in de Hoeksche Waard is en welk beleid er is. Ook wilde de fractie weten welke rol de gemeente oppakt om verschillende eigenaren van buitengebieden in de Hoeksche Waard en mensen die helpen bij het voorkomen van de verspreiding van vogelgriep (onder wilde vogels) te verbinden, en of er landelijke aansturing is.

Het college gaf aan dat landelijk handelen uitblijft en dat ze daarom zelf een regierol neemt bij de bestrijding van de vogelgriep onder wilde vogels in de Hoeksche Waard. De gemeente heeft contact met verschillende partners om de vogelgriep te bestrijden. Noordzij wil dat de gemeente een brede groep partijen betrekt: “Is er ook contact met Natuurmonumenten, Hoekschewaards Landschap, en boeren? En zitten zij ook in het adviesteam dat tweewekelijks de stand van zaken bespreekt?” Deze suggestie wil het college misschien meenemen om de aanpak te verbeteren. Ook vroeg Noordzij aandacht voor duidelijke communicatie naar inwoners over de vogelgriep. Zoals op plekken in de gemeente waar ook mensen of andere dieren dan vogels besmet kunnen worden of het virus kunnen verspreiden, zoals bij openbare natuurgebieden of hondenuitlaatplaatsen.

Noordzij vindt daarnaast dat er onduidelijkheden zijn over het gemeentelijk beleid bij het al dan niet ruimen van dode dieren in de openbare ruimte: “De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ruimt deze dode dieren niet op, en ook de Dutch Wildlife Health Centre doet dat niet. De gemeente lijkt dat echter wel te doen. Waar is deze keuze op gebaseerd? Wat is nou eigenlijk het beste om te doen?” Op deze vraag komt het college op een later moment terug.

De fractie van GroenLinks vroeg het college ook of de gemeente al weet hoe vogelgriep in de toekomst eerder beheerst kan worden, om verdere verspreiding zoals nu te voorkomen. Volgens het college is dat dat nu niet aan de orde. Zij wil zich eerst richten op de huidige uitbraak. Het college vindt dat de Rijksoverheid eerst aan zet is als het gaat over toekomstig beleid. Noordzij zegt dat vreemd te vinden: “Het college zegt dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit eigenlijk alleen naar pluimveehouders kijkt en voor vogelgriep onder wilde vogels verwijst naar de Dierenambulance, en dus lokale overheden.” De fractie van GroenLinks hoopt daarom dat de gemeente de vogelgriep bij zowel wilde vogels als bij pluimvee goed in de gaten houdt, en nadenkt over wat zij zelf kan doen om een uitbraak zoals wij die nu zien in de Hoeksche Waard in de toekomst te voorkomen. Dit in het belang van de gezondheid van vogels én inwoners.