Tijdens een werkbezoek aan waterschap Hollandse Delta heeft gedeputeerde Arne Weverling van de provincie Zuid-Holland kennisgemaakt met het dagelijks bestuur van het waterschap. Weverling werd bijgepraat over diverse ontwikkelingen op watergebied en bezocht het Brielse Meer, een belangrijke bron voor zoetwater in de regio. Waterschap Hollandse Delta maakt zich sterk voor voldoende zoetwater.
Meer verzilting door extremer weer
Bij de inlaatsluis Spijkenisse vertelden heemraad Piet van der Eijk en dijkgraaf Jan Bonjer hoe belangrijk het is dat we ook in de toekomst genoeg zoetwater hebben in deze regio. Dat is niet alleen belangrijk voor de landbouw, maar zeker ook voor het havengebied en de drinkwatervoorziening. Door extremer weer neemt de verzilting toe en wordt zoetwater schaarser. Daarom neemt het waterschap maatregelen, zoals het optimaliseren van de zoetwatervoorziening via de Bernisse en het Brielse Meer. Dat gebeurt samen met onder andere gemeenten en provincie.
Uniek karakter van onze regio
De provincie ziet de waterschappen als belangrijke strategische partner om de gevolgen van klimaatverandering gezamenlijk aan te pakken bij de ontwikkeling van Zuid-Holland. Ook landelijke maatregelen in bijvoorbeeld het Deltaprogramma kunnen bijdragen aan genoeg zoetwater en waterveiligheid in de Hollandse delta. Het gebied van waterschap Hollandse Delta heeft een uniek karakter vanwege de ligging tussen zoet en zout water. Dit gebied bevindt zich waar rivieren uitmonden in de zee. Zoetwater is van levensbelang voor mens, natuur, economie en landbouw. In de Hollandse delta zijn het Brielse Meer, het Haringvliet en het Spui belangrijke bronnen voor het kunnen inlaten van zoetwater in de polders. Daarom maakt het waterschap zich sterk dat deze wateren zoet blijven. Zodat we steeds voldoende en schoon zoet water hebben, ook in de toekomst.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.


