Na het overbrengen van vele groeten uit Piershil spraken we over vroeger, en over zijn boek. Tijdens het gesprek schoot Cees één keer vol, en meteen deed Betsie met hem mee. Over die moeilijke start in Piershil, weg van zijn directe familie. Eropuit om wat geld te verdienen. ‘’Dit gebeurt alleen wanneer ik erover praat. Sinds ik ben gestopt met werken denk ik heel vaak terug aan alles wat mij is overkomen”.
Jullie wonen in een mooi appartement hier in Arkel.
,,We zijn hier in 1970 begonnen, de showroom bestaat niet meer. Na dertig jaar, in 2000, is alles overgenomen door onze zoon Arnold en zijn echtgenote Jannie. Onlangs is het 55-jarige bedrijfsjubileum gevierd, de naam is nu ArkelWonen & Arkelsol. De verkoop gebeurt vanuit huis, de oude winkel is omgebouwd voor de verhuur van units. Arnold woont hier vlakbij, onze andere zoon Edwin woont in Hoogblokland en is actief in de vastgoedwereld. In 2000 bleven we boven de winkel wonen, dat duurde tot ze hier appartementen gingen bouwen. We zitten hier goed, maar ons terras (wijzend naar het balkon) is beduidend kleiner. Boven de winkel hadden we een dakterras van 160 m2, daar hebben we ontelbare feestjes gegeven.
Foto ‘Nieuwe locatie ArkelWonen & Arkelsol’ – 2023
De feestelijke opening van de nieuwe locatie. Cees en Betsie in het midden, Arnold en Jannie naast de deuropening.
Foto ’55 jaar in Arkel’ – 2025
Een mooie montage van de gezichten van Cees en Arnold, gemaakt bij het 55-jarig jubileum van Arkelsol.
En hoe bevalt de oude dag?
Genieten van het pensioen, ik ben nu 91 jaar. Hier en daar doe ik wat klusjes. En ik zit al 30 jaar bij het Arkels Visserskoor. We hebben ook een keer in Oud-Beijerland gezongen.
Hebben jullie nog contact met mensen in Piershil?
Ik heb nog altijd wat met Piershil, en ook met Zuid-Beijerland natuurlijk. In Piershil heb ik verschrikkelijk mooie jaren meegemaakt, de gezellige jaren. Alles kon, altijd feest. Op 2 juli aanstaande hopen we naar Piershil te komen, naar de dorpsreünie. We komen er nog regelmatig, bij onze vrienden Jany en Felix. Jany wordt in het boek genoemd als de hartsvriendin van Betsie, ze bellen nog iedere week. Ook aan Bert, de man uit het eerste huwelijk van Jany, hebben we hele fijne herinneringen. Jaap Bokhout kenden we goed en vroeger gingen we veel om met Rob en Yvonne Geerlofs. Onze boekhouder was Bram Lagerwerf, hij woonde in de Margrietstraat.
Jullie huis in Zuid-Beijerland, zoals beschreven in het boek, bestaat dat nog?
Jazeker, het is tegenwoordig Molendijk 77, vroeger was de adressering Molendijk B 111. Het huis ligt tegenover de Kraagweg, tegenover het bedrijfspand en woonhuis van mijn opa Van der Burgh. Hij had een werkplaats voor landbouwwerktuigen en een graanschonerij. Daar is later Jan Rozendaal, de zoon van Felix, zijn autobedrijf begonnen.
In de oorlog werden jullie vanwege de inundatie naar Nieuw-Beijerland geëvacueerd. Waar was dat precies?
Moeder had een winkel in kruidenierswaren. Zij kocht veel via een groothandelaar in Nieuw-Beijerland, Van Putten was dacht ik zijn naam. Achter zijn grote witte huis in de Voorstraat stonden diverse schuren. De grote groene was nog niet bezet, daar mochten we al die tijd wonen.
Ik las ook dat je getuige was van het neerstorten van een V1. Dat is waarschijnlijk het exemplaar dat bij de familie De Heer aan de Kreekkant is terecht gekomen.
Hij nam een stukje mee van een dak, aan de achterkant van een boerderij en kwam daarna in de polder terecht. Zonder ontploffing.
En de bevrijding maakte je mee. Je beschrijft in je boek dat een jongen riep ‘daar komen de Tommies’. Maar het waren niet de Engelsen, maar de Canadezen.
Klopt hoor. We zagen ze rijden over de dijk, een bijzonder moment om mee te maken.
Je beschrijft dat je in 1955 bij familie in Piershil ging wonen. Wie waren dat precies, waar woonden zij?
Ary in ’t Veld was getrouwd met tante Dirkje de Pijper, zij was een zus van mijn vader. Aan de Sluisjesdijk 24 hadden zij een kleinhandel in manufacturen, woningtextiel en vloerbedekking. Hun aangenomen zoon, Piet de Reus, woonde daar ook. Later werd dat dus ons huis en onze winkel, tot 1970. Na ons kwam er een televisiezaak in, van Kees Hollander.
Foto ‘Winkel aan de Sluisjesdijk’ – 1960
Cees de Pijper (links) en Piet de Reus, voor de gevel van de winkel aan de Sluisjesdijk 24.
Je beschreef ook dat ome Ary bij de ondergrondse had gezeten?
Zoiets, maar ik weet dat niet precies hoor. Ik weet wel dat er in het huis een pistool en een geweer verborgen was. Zoals beschreven in het boek haalden we levensgevaarlijke capriolen uit met dat pistool. Wat ik me ook herinner is dat Ary bij de inundatie van Piershil er nog vrij lang mocht blijven wonen, als enige. Het geweer hebben we na de oorlog een keer gebruikt tijdens oud en nieuw, kwajongensstreken.
Ik las ook dat de burgemeester van Zuid-Beijerland had meebetaald aan je rijlessen. Bij welke rijinstructeur was dat? Mijn ouders volgden de lessen bij Zwijgers.
Daar heeft Betsie ook gelest, maar ik zat bij een bekende instructeur uit Rotterdam. Ik weet de naam niet meer en ook niet waarom ik daar de lessen volgde.
Je eerste auto was het resultaat van een ongeval van Ary in ’t Veld.
Hij ging met klanten naar Rotterdam, naar Scheffer in het Groothandelsgebouw, dat was een groothandel in confectie. Hij nam hen mee zodat ze daar konden passen en hij hen via die groothandel kon helpen. De klanten zaten achterin de bestelauto, gewoon op het platte vloertje. Op een kruising reed hij tegen een andere auto aan, zodat de bestelwagen omviel. Hij raakte gewond aan zijn arm, de anderen kwamen er met de schrik af. De auto ging als sloopauto naar Burik in Goudswaard. Dit speelde in de tijd dat ik van de dokter moest stoppen met mijn zakenreizen per fiets. Van Burik kon ik de auto overnemen voor 250 gulden, het gat in de auto werd door hem gedicht met een ijzeren plaat. Zelf heb ik ‘m daarna wat geschilderd. Ik heb er jaren plezier van gehad. Ik geloof dat het een Bedford was. Net voorbij Bokhout aan de Sluisjesdijk huurde ik een houten garage.
Foto ‘Auto bij de garage’ – 1960
De eerste auto van Cees, bij de garage aan de Sluisjesdijk.
Je schrijft ook over het ontstaan van Da Capo, in de herfst van 1956. Het oudste bewijs dat ik kan vinden van die toneelvereniging stamt uit 1961.
Dat kan hoor, Da Capo kwam voort uit de toneeluitvoeringen van de jongerenvereniging. Ik kwam daar terecht doordat Nico Bakker me een keer mee sleepte. Ik vond het geweldig, toneelspelen werd een passie. In welk jaar het Da Capo is gaan heten weet ik niet. Na het eerste toneelstuk kreeg ik veel kennissen in het dorp, er veranderde toen veel ten goede voor mij.
Je schrijft ook dat je met de jongens uit Piershil ging dansen in Puttershoek.
Ja, we gingen naar de Posthoorn. Met Jaap Bokhout, Piet de Reus en Bram Weeda van ‘Sluissie’. We gingen met mijn bedrijfsauto, ze zaten dan achterin op het vloertje. Ik had wat oude bedden achterin gelegd. Dat deden we wekelijks, tot ik daar Betsie ontmoette. Toen heb ik hen geadviseerd naar ander vervoer te gaan zoeken, haha.
In het Nationaal Archief vond ik de datum waarop je het bedrijf hebt overgenomen in Piershil: 1 januari 1962.
Wat leuk, dat wist ik niet eens meer. We zijn getrouwd in 1960, we waren blij dat we het pand in Piershil konden gaan huren. Het bedrijf werd toen ‘De Pijper’. Ik heb nog een oude foto van de bus die we toen hadden, die zoek ik nog wel op voor je. Daar stond de bedrijfsnaam op, een gele bus. Niet zo lang geleden hoorden we dat iemand die bus rijdend had gezien in Suriname, die wordt nog steeds gebruikt dus.
Je beschrijft ook dat je tante en oom uiteindelijk de Sluisjesdijk 24 verlieten en in het centrum gingen wonen. Waar was dat precies?
Ze kochten een klein huisje aan de Molendijk, vlak naast het hoekpand Kade 2.
En ik hoorde in Piershil dat jullie ook een winkel hebben gehad in de Voorstraat?
Jazeker. Toen wij in 1970 naar Arkel waren verhuisd hoorden we telkens dat onze winkel in Piershil zo werd gemist. We hebben toen een filiaal geopend in de Voorstraat in Piershil, dat was het pand waar later het cafetaria in werd geopend. De winkel werd gerund door Ko Pouwe, het was in 1970 en 1971. Het werd geen succes. Boekhouder Bram Lagerwerf rekende voor dat we op jaarbasis 69 gulden hadden verdiend met die winkel. Toen zijn we er mee gestopt.
Foto ‘Winkelpand in de Voorstraat’ – 1972
Hoe verliep jullie start in Arkel?
Het vertrek uit Piershil viel ons zwaar. We hadden het hartstikke goed daar, met een geweldige vriendenkring. Noodgedwongen zijn we naar Arkel gegaan, ik moest in Piershil de hele week op pad voor een inkomen. We zijn overal gedag wezen zeggen, in de Voorstraat lag een vrouw te bed, met een spiegel aan de voorkant. De familie De Pijper in de Voorstraat was trouwens geen familie van ons. In Arkel vond vooral Betsie alles heel anders, ze vond het een verschrikking. Het duurde wel een half jaar voordat ze gewend was. Daarna ging het prima hier. Piershil was heel hecht, dat was hier anders in het begin. Later kwam dat ook in Arkel helemaal goed. Toen we in april 1970 Piershil uit reden zeiden we tegen elkaar “zo gauw dat we niet meer werken zijn we binnen 3 maanden terug in Piershil”. Nu denken we daar heel anders over, we zitten prima hier.
Foto ‘Cees en Betsie’ – omstreeks 1970
In het boek beschreef je dat je ooit lag te wachten tot er ruimte was in het ‘dodenkamertje’. En dat je had beloofd om erg oud te worden, wel 83. Inmiddels ben je 91, eigenlijk een medisch wonder.
Ongelooflijk eigenlijk, als enige over van het hele gezin. Ik denk tegenwoordig dat ik 103 ga worden. Ik heb het ondanks mijn jeugd heel goed gehad verder. We hebben tegenwoordig vijf kleinkinderen, geen reden om te klagen dus.
Ik vond je boek erg indrukwekkend, meeslepend. Hoeveel ellende kan een mens verdragen? Ook deze wereld van TBC en de behandeling daarvan was compleet nieuw voor mij. Het is eigenlijk materiaal voor een film of een Netflix-serie.
Ik heb het geschreven als therapie. Sommige dingen had ik er beter niet in kunnen zetten, maar de uitgever zei ‘alles of niets; als je gaat schrappen geven we het niet uit’. Het heeft me wel geholpen, ik ben er van opgeknapt. Maar het is altijd aanwezig, er gaat geen dag voorbij dat ik er niet aan denk.
De annonces in de krant – 1934-1945
Na mijn bezoek stuurde ik deze annonces op naar Cees, zoals e.e.a. ter sprake was gekomen. ,,Beste Henk, Bedankt voor het doorsturen van de advertenties. Het heeft me diep geraakt, na zoveel jaar. Nogmaals, bedankt. Cees.”
2006 – Boek C. de Pijper – Gegrift in het geheugen – Herinneringen aan een verloren jeugd
Het boek is nog te koop bij Uitgeverij Gopher, klik hier. Isbn 109051794835.
Het is niet eenvoudig in enkele regels een leven weer te geven zoals in dit boek beschreven. De auteur neemt u mee naar het begin van de Tweede Wereldoorlog. Het zijn de herinneringen uit een jeugd die gedomineerd wordt door traumatische gebeurtenissen binnen het gezin. Als in 1944 zijn moeder plotseling overlijdt, verandert zijn leven ingrijpend. Kort na de oorlog wordt bij hem de ‘ gevreesde ziekte tbc ontdekt. Het is het begin van een jarenlang gevecht tegen een slopende ziekte die hij soms dreigt te verliezen. Enkele malen wordt hij genezen verklaard en komt hij in een huis zonder verzorging en zonder liefde met voor hem rampzalige gevolgen. Het is het verhaal van een verloren jeugd en de uitzichtloosheid van een ziekte waarvan genezing zich niet laat uitdrukken in weken of maanden, maar in jaren. Toch behoudt hij zijn soms onverklaarbare optimisme, hopend op een wonder. Maar er zijn ook momenten waarin hij verlangt naar de dood. Dan zijn er de altijd aanwezige opgefokte seksuele gevoelens door het jarenlang ‘opgesloten’ Zitten in een mannengemeenschap. Als hij uiteindelijk, mede door nieuwe medicijnen, genezen ontslagen wordt, komt hij in een maatschappij terecht die niets moet hebben van ex-tbc-patiënten. Relaties lopen stuk om zijn ‘besmette’ verleden. Totdat hij een meisje ontmoet die hem accepteert zoals hij is. Ze bouwen samen een toekomst op met vallen en opstaan. Na gestopt te zijn met werken steken al snel de traumatische herinneringen de kop weer op, totdat ze zo onbeheersbaar worden dat hij professionele hulp aanvaardt. Hij krijgt de opdracht om alles hij zich herinnert vanaf zijn vroegste jeugd op te schrijven Zo is dit boek ontstaan.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.


