Sinds 2012 adviseert het Kwaliteitsteam vanuit een onafhankelijke positie over ruimtelijke ontwikkelingen in de Hoeksche Waard. Miranda Reitsma is de voorzitter van het team. Zij vertelt: „Het uitgangspunt voor onze advisering is de Structuurvisie Hoeksche Waard. Onze adviezen richten zich altijd op de regionale aspecten, ook bij deze vraag van Korendijk.”
Trendbreuk in onderzoek wijze
Al geruime tijd wordt er op rijks- en provinciaal niveau gekeken naar de plaatsing van windturbines. Het rijk keek naar de koppeling met de oude kustlijnen, grote zeearmen en de Deltawerken. De provincie maakte de sprong naar de grote open wateren, dammen, dijken en hoofdinfrastructuur. „Telkens werd er bij de criteria ingespeeld op de fysieke en waarneembare eigenschappen van het landschap” zegt Reitsma.
De wijze van onderzoek van Korendijk is volgens Reitsma een echte trendbreuk. „Vertrekpunt van dit onderzoek zijn de harde belemmeringen voor de plaatsing van windturbines, zoals geluid en slagschaduw. Deze benadering is ingegeven om overlast te minimaliseren. Vanuit bewoners en andere potentiële gehinderden begrijpelijk en belangrijk, maar wel een benadering die niet ruimtelijk te onderbouwen is.”
Zes locaties onderzocht
Het Kwaliteitsteam heeft de zes locaties uit de brede Milieu Effect Rapportage van Korendijk onderzocht op ruimtelijke kwaliteit. Conclusie is dat de locaties in het open landschap sterk de kernwaarden van de open ruimte van de Hoeksche Waard verstoren. Behalve bij de locaties aan de randen van Korendijk heeft de inrichting van het landschap geen rol gespeeld bij de locatiekeuze. Ze staan daarom verloren in de ruimte.
Verder is in het advies te lezen dat de gekozen locaties te klein zijn om een goede opstelling van de masten mogelijk te maken, waardoor de opstelling rommelig overkomt. “Dat geldt ook voor de beoogde locatie 50 van de provincie„ vervolgt Reitsma. „De zoeklocatie langs het Spui is, in tegenstelling tot die langs de Dordtse Kil, te klein om door de plaatsing van windturbines het verloop van de rivier ‘leesbaar’ te maken.”
Zoek naar meerwaarde
Volgens Miranda Reitsma is het belangrijk de plaatsing van windturbines als regionale ontwerpopgave te zien. „De nieuwe types windturbine zijn qua schaal een nieuw fenomeen in het landschap. Je moet dus goed kijken waar ze een positieve bijdrage aan de leesbaarheid van het landschap kunnen leveren en meerwaarde creëren voor andere functies en ontwikkelingen.”
In het bijzonder adviseert het Kwaliteitsteam twee locaties nader te onderzoeken. Een mogelijke locatie bij de Spuimonding in Goudswaard biedt kansen om een combinatie te maken met natuurontwikkeling en de beleving van de Hoeksche Waard vanaf het water. „De accentuering van de Spuimonding maakt het landschap leesbaar, ook vanaf het brede water. Uiteraard moet de bescherming van de natuur- en cultuurhistorische waarden hierin meegewogen worden, maar het is de moeite waard om te verkennen of een en ander samen kan gaan” zegt Reitsma.
Als tweede locatie adviseert het kwaliteitsteam de sanering en opschaling van de lijn nabij de A29 te onderzoeken. Korendijk zou in dat perspectief aansluiten bij de voorkeurslocatie van Cromstrijen. Miranda Reitsma vertelt: „Bij deze locatie kun je inzetten op de ontwikkeling van een ‘poortwerking’ van de A29. Dat is ook provinciaal beleid. Het vraagt wel om een andere blik van de gemeenten, maar ook van de provincie. Zo kan zij haar grensoverschrijdende rol en positie innemen.”
Het advies van het kwaliteitsteam heeft de gemeente Korendijk toegevoegd aan een zienswijze op de MER van de provincie Zuid-Holland. Via de website http://www.sohw.org/beleidsterreinen/ruimte-monitor-kwaliteit/ is het advies in te zien.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.