Column: “Zo zwart als roet”

Anita van Bruggen
5 Min Read
Foto:J.W.Goedhart

Nu de temperatuur naar beneden gaat is er warmtjes bijzitten fijn! We zetten de thermostaat wat hoger en klaar! Dat was vroeger wel anders! Daar kwam meer bij kijken in het straatje in Rotterdam.

Hyper en lichtelijk gestrest mijn moeder als dan eindelijk de geplande afspraak van kolenboer Jan daar was. En niet omdat haar idool dan zou komen of om de persoonlijkheid van de man, dan wel om de vele zakken kolen die hij kwam afleveren.

Dagen van te voren, zelfs weken laaide er al een vuurtje in haar op. En dat terwijl de kolen nog moesten komen. Ik begreep nooit goed waar zij zich zo druk over maakte. De dag voor het “grote zwarte feest” moest de loper van de trap. Dat op zich was al een aardige klus met veel bombarie.
Alsof de kolenbezorger lepra had zo angstvallig moest ik uit zijn buurt blijven. Alle deuren dicht! De regels waren opdat moment: “rustig blijven, zo min mogelijk bewegen!” Dat kon namelijk stof doen opwaaien! Tja en als je iets niet mag….

Ik kon het niet laten om stiekem mijn neus om het hoekje van de deur te steken.Een heel klein kooltje tussen andere kolen die op de overloop lagen verspreid trok mijn aandacht. Snel kroop ik er naar toe stak het bij me en deed de deur weer zachtjes dicht.

De man had blijkbaar veel zin in zijn werk. Luidkeels hoorde ik hem zingen : “Janis, Janis pak me nog een keer”. Blijkbaar speelde hij tikkertje met zijn collega op weg naar een nieuwe baal kolen. Of wellicht deden ze wel “wie het eerst beneden was.” Ze denderden de trappen af. Zo leuk! Ik wist gelijk wat ik later wilde worden!, Hier wilde ik niets missen en zat op de grond met mijn schouder leunend tegen de deur kijkend naar dat zwarte gevaar in mijn hand. Want dat was het! Nadat ik er nog even mee had getekend op de binnenkant van de deur gooide ik het nietsvermoedend weer terug op de plek waar ik het vandaan had. Het rolde halverwege de trap waar het bleef liggen. Dat Jan nou net opdat moment naar beneden kwam stormen had ik niet in de gaten. Het lied van “Janis” kreeg spontaan een andere tekst toen de kolen hem om de oren vlogen en hij in ettelijke seconden beneden aan de trap lag te spartelen, Uitgegleden! Door mijn actie had hij wel gewonnen van zijn maat! Wat voelde ik me trots! Al snel hoorde ik hem scheldend en tierend naar boven komen. Hij bonsde op de deur “Hee mevrouwtje even tekenen a.u.b. dan ken ik er weer van door hé! Je hokkie boven is weer lekker gevuld , kennie weer stoken”. Zo zwart als roet de man die voor me stond toen ik de deur opende. En niet alleen hij, de tekening op de deur had ik geprobeerd met een beetje spuug uit te wissen. Dat viel nog tegen “ Beetje gruis op de trap wijfie sorry riep hij naar mijn moeder kwam aanlopen. “ Mijn zakkie glipte uit mijn handen, gestruikeld”

Avonds voor de kachel begreep ik waarom mijn ouders hem altijd “Jan met de korte achternaam” noemde. Ik hoorde het mijn moeder tegen mijn vader zeggen! Uren was ze bezig geweest met de schoonmaak omdat die kerel weer es onbehouwen te keer was gegaan volgens haar!

Dat ik daar de oorzaak van was heb ik haar nooit verteld.

Mijn wangen gloeide en dat kwam deze keer niet van het vuurtje wat mijn vader net had opgestookt!

Anita van Bruggen

Fotografie Ingeborg van Bruggen

Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.








Deel dit artikel
Anita van Bruggen schrijft regelmatig voor Hoeksch Nieuws columns. - Fotografie Ingeborg van Bruggen
error: Deze inhoud is beveiligd tegen kopiëren